Misschien herken je het: hoe meer je leert, hoe meer nieuwe vragen er opduiken. Zo kwamen wij op een dag tijdens onze speurtochten naar natuurlijke en gezonde producten een woord tegen dat best lastig uit te spreken is: neonicotinoïden. Een hele mond vol, maar wat zijn dat eigenlijk? En vooral: waarom kom je die naam steeds vaker tegen? In dit artikel duiken we samen met jou in de wereld van neonicotinoïden en leggen we uit hoe je hier bewust mee om kunt gaan.
Neonicotinoïden (ook wel “neonics” genoemd) zijn een groep insecticiden die chemisch lijken op nicotine. Ze worden ingezet om insectenplagen tegen te gaan en worden wijdverspreid gebruikt in de landbouw. Wij lazen dat deze stoffen populair zijn bij boeren omdat ze effectief zijn in het bestrijden van schadelijke insecten. Klinkt logisch, toch?
Totdat je erachter komt dat ze niet alleen schadelijke insecten te grazen nemen, maar ook nuttige insecten. En dan beginnen de alarmbellen te rinkelen.
Wij schrokken het meest van het effect op bijen en andere bestuivers. Deze diertjes zijn onmisbaar voor onze voedselvoorziening. Ze zorgen ervoor dat planten, groente en fruit bestoven worden, zodat wij straks geen lege borden hoeven te hebben. Maar helaas kan het gebruik van neonicotinoïden hun zenuwstelsel aantasten, waardoor bijen gedesoriënteerd raken en minder goed overleven. Dit draagt bij aan de zorgwekkende bijensterfte.
Waar insecticiden gebruikt worden, komen resten in de bodem en het water terecht. Zo kunnen neonicotinoïden ook andere dieren en zelfs waterorganismen schaden. Uit verschillende onderzoeken (ja, wij duiken graag in rapporten) blijkt dat deze stoffen lang in de grond aanwezig kunnen blijven. Zo belanden ze uiteindelijk in waterwegen, met alle gevolgen van dien voor ons ecosysteem.
Hoewel de wetenschap nog niet 100% duidelijkheid geeft, zijn er studies die suggereren dat neonicotinoïden mogelijk ook voor mensen niet helemaal onschuldig zijn. Volgens sommige wetenschappers kunnen er effecten op het zenuwstelsel en de hormoonhuishouding zijn wanneer je langdurig of vaak aan deze stoffen wordt blootgesteld. De meningen lopen uiteen, maar voor ons gevoel is het altijd beter om het zekere voor het onzekere te nemen en blootstelling te beperken.
Je vindt neonicotinoïden vooral in de conventionele landbouw. Boeren gebruiken ze bijvoorbeeld bij het telen van groente, fruit en granen. Maar ze duiken ook op in:
Wij zijn dus zelf extra alert als we een potje insectenspray of een zakje kunstmest in handen krijgen. Niet omdat we zo paranoïde zijn, maar omdat we liever natuurlijke alternatieven gebruiken als het even kan.
Nu vraag je je misschien af: wat kan ik hieraan doen? Zelf proberen wij een paar stappen te nemen die best haalbaar zijn:
Laten we eerlijk zijn: we gaan de wereld niet in één klap veranderen door neonicotinoïden te verbieden of te vermijden. Maar elke kleine stap telt. Wij merken dat steeds meer mensen – net als wij – bewust willen kiezen voor alternatieven. Dat is goed nieuws! Want als de vraag naar producten zonder schadelijke stoffen groter wordt, gaan producenten en supermarkten zich vanzelf aanpassen.
We geloven dat kennis echt de eerste stap is. Hoe meer we weten, hoe bewuster en gezonder we onze keuzes kunnen maken. En als we dan een keer wel een chemisch middel nodig hebben (want soms kan het niet anders), dan doen we dat met een stuk meer respect en voorzichtigheid.
Neonicotinoïden: ze zijn overal om ons heen in de landbouw, in tuinproducten en zelfs in onze achtertuin. Deze insecticiden mogen dan effectief zijn tegen plagen, maar ze brengen ook grote risico’s met zich mee voor bijen, het milieu en mogelijk onze eigen gezondheid. Gelukkig zijn er opties om bewuster te kiezen, zoals biologische producten, natuurlijke tuinmethodes en zelf verbouwen.